Henk van der Gronde (14 mei 1954, Zeist), een kunstschilder die al schilderend tot een resultaat komt. Hij heeft geen
vooropgezet plan als hij aan een nieuw doek begint. Hij is een 'doener'. Een nieuw en vooral intrigerend
schilderij maken, dat is zijn werk, zijn passie! Want volgens hem is er in feite niets mooiers dan het
schilderend bezig zijn. Zijn tomeloze energie kan hij op deze manier inzetten voor het creatieve proces. Het
schilderen is ook een manier om weer met zichzelf in contact te raken, terug te keren naar de basis die hij
door die enorme hoeveelheid energie af en toe uit het oog dreigt te verzliezen. Henk van der Gronde kan,
geconcentreerd als hij werkt, zich onderdompelen in het creatieve schilderproces.
Het resultaat van die werklust zijn zijn schilderijen. Soms vrolijk van tint, soms ingetogen. Afhankelijk
van zjin gemoedstoestand mengt hij de kleuren. Intuïtief vertrekkend van uit een vorm, een vlek die spontaan
ontstaat, laat Henk van der Gronde zich tijdens het schilderen inspireren door beelden die met zijn fantasie
op de oop gaan. Het zijn associaties, vormen die hij samenvoegt of solitair op zijn doek plaatst. In het
beginstadium zijn het impressies die hem stimuleren om vooral dóór te gaan in dat vormen- en kleurenspel,
het breder uit te diepen, te verfijnen, te 'finetunen'.
Invloeden van buitenaf werken beeldbepalend. Zoals de grote wereldgebeurtenissen die Henk raken, de kleine
dingen die hem ovekomen en ontroeren of juist triggeren. Maar net zo gemakkelijk laat Henk zich beïnvloeden
door een vergezicht, een stuk stad, een foto in een tijdschrift, een kunstwerk wat hem intrigeert, een
gebaar, een houding. Het zijn allemaal stukjes materie, oftewel inspiratie hie hem enthousiasmeren tot het
schilderen zoals Henk van der Gronde dat doet. Het is hard werken om een sluimerend idee toch zó op het doek
te krijgen dat het aan alle kanten 'klopt'!
Voordat zo'n doek af is heeft het heel wat moeten doorstaan. Wan Henk schildert met vingers, handen, nagels,
paletmes, kras-pen. Hij brengt soms de verf direct vanuit de tube op het doek aan, hij laat de verf
'drippen' zoals hij het noemt óf hij kan ook - driest - de verf erop góóien. Maar in een oogwenk kan hij
zijn motoriek bijstellen dan zie je hem voor het fijnere werk kiezen en nauwgezet aan een doek verder werken
totdat alle details hem bevallen, kloppen. Dan pas is een doek een schilderij!
Dat het schilderen hard werken is zien we ook doorschemeren in Henk's werk. Vaak hebben het doek en de verf
ook zo hun eigen mening over hoe het moet gaan worden. Ze zijn af en toe ondoorgronkelijk en dat verklaart
meteen Henk van der Gronde zijn voorkeur voor olieverf: Het drogingsproces van olieverf duurt namelijk lang
waardoor de souplesse van de olieverf extra kan worden beïnvloed met behulp van medium. Moet het dunner,
dikker of juist taaier?
Tijdens het drogen heeft Henk dan álle tijd om nog eens na te denken: hoe nu verder? Hij heeft ruimschoots
de kans om het doek een kwártslag te draaien of gewoon ondersteboven te zetten en te besluiten dat de
ónderkant vanaf dat moment gewoon de bóvenkant zal zijn! Hij kan dan zelfs het doek een poos vergeten en
zich concentreren op een ander werk om het eerste doen dan in een later stadium nog eens onder handen te
nemen en misschien delen weg te krabben en stukken eraf te schuren die hem bij nader inzien toch niet
bevallen. Waarna hij het restant van het landschap, het vergezicht, of zijn vrije interpretatie, weer kan
gebruiken als basis voor een nieuw schilderij en dat vervolgens weer van de grond af aan opbouwt.
Je naam is tenslotte Henk van der Gronde!
Door: Tineke Noordervliet-Willems, Galerie Noordervliet en Willems